In het een-na-laatste hoofdstuk (p. 120-123) vraagt de moeder aan Raaf wat zijn engste, leukste, spannendste, naarste, gevaarlijkste, lekkerste en het raarste moment van de dag was. Maak een tabel en schrijf daarin de antwoorden van Raaf. Schrijf daarnaast uit je eigen leven het engste t/m raarste moment op. Vraag dan drie andere personen naar hun engste t/m raarste moment. Misschien kunnen ze niet op alle momenten iets antwoorden, maar probeer achter zo veel mogelijk momenten iets te schrijven.
Individuele opdracht
Schrijfopdracht